|
orde van dienst 2-11 aanvang19.00uur
orde van dienst 2-11 aanvang19.00uur
GOSPELVIERING: Aavang 19.00uur.
Geloofd zij God met diepst ontzag! Hij overlaadt ons, dag aan dag, met Zijne gunstbewijzen. Die God is onze zaligheid; Wie zou die hoogste Majesteit dan niet met eerbied prijzen? Die God is ons een God van heil; Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil, ons 't eeuwig, zalig leven; Hij kan, en wil, en zal in nood, zelfs bij het naad’ren van de dood, volkomen uitkomst geven. Die God is ons een God van heil; Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil, ons 't eeuwig, zalig leven; Hij kan, en wil, en zal in nood, zelfs bij het naad’ren van de dood, volkomen uitkomst geven. Met diepst ontzag aanbidden wij de God die eeuwig leven geeft die voor ons heil Zijn eigen zoon tot in de dood gegeven heeft Met diepst ontzag aanbidden wij de God die eeuwig leven geeft die voor ons heil Zijn eigen zoon tot in de dood gegeven heeft Met diepst ontzag aanbidden wij de God die eeuwig leven geeft die voor ons heil Zijn eigen zoon tot in de dood gegeven heeft Met diepst ontzag aanbidden wij de God die eeuwig leven geeft die voor ons heil Zijn eigen zoon tot in de dood gegeven heeft
Zoekt eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, en dit alles krijgt u bovendien. Hallelu, halleluja. Halleluja, halleluja, halleluja, hallelu, halleluja. Men kan niet leven van brood alleen, maar van ieder woord dat door de Heer gesproken wordt. Hallelu, halleluja. Halleluja, halleluja, halleluja, hallelu, halleluja. Bidt en u zal gegeven zijn, zoekt en gij zult het zien, klopt en de deur zal voor u opengaan. Hallelu, halleluja. Halleluja, halleluja, halleluja, hallelu, halleluja.
(alleen vrouwen) Stil, mijn ziel wees stil en wees niet bang voor de onzekerheid van morgen. God omgeeft je steeds Hij is erbij in je beproevingen en zorgen. (allen) God U bent mijn God en ik vertrouw op U en zal niet wankelen Vredevorst vernieuw een vaste geest binnen in mij, die rust in U alleen Stil, mijn ziel wees stil en dwaal niet af Dwars door het dal zal Hij je leiden Stil, vertrouw op Hem En hef je schild tegen de pijlen van verleiding God U bent mijn God en ik vertrouw op U en zal niet wankelen Vredevorst vernieuw een vaste geest binnen in mij, die rust in U alleen Stil, mijn ziel wees stil en laat nooit los De waarheid die je steeds omarmt heeft Wacht, wacht op de Heer De zwartste nacht verdwijnt wanneer het daglicht doorbreekt God U bent mijn God en ik vertrouw op U en zal niet wankelen Vredevorst vernieuw een vaste geest binnen in mij, die rust in U alleen God U bent mijn God en ik vertrouw op U en zal niet wankelen Vredevorst vernieuw een vaste geest binnen in mij, die rust in U alleen Ik rust in U alleen Ik rust in U alleen
To my Father’s house He has done marvelous
Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde die Gij steeds waart, dat bewijst Gij ook nu. Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt: Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid. Refrein: Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. Zomer en wintertijd, najaar en voorjaar Zon maan en sterren in hemelse baan Tonen zo duid’lijk Uw Godd’lijke wijsheid, Uw grote trouw die zal blijven bestaan. Refrein: Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. (Alleen vrouwen) Groot is Uw trouw ied’re morgen opnieuw Groot is uw trouw, U blijft altijd dezelfde Groot is uw trouw die zal blijven bestaan Groot is uw trouw tot in eeuwigheid (Allen) Groot is uw trouw ied’re morgen opnieuw Groot is uw trouw, U blijft altijd dezelfde Groot is uw trouw die zal blijven bestaan Groot is uw trouw tot in eeuwigheid (Allen) Refrein: Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.
| ||
| terug | ||

